Zoals Zeus bij de Griekse Goden is er ook een oppergod bij de Romeinse goden: Jupiter. Hij was een luchtgod met als symbolen de adelaar en de bliksemschicht.
Jupiter leek erg veel op de Griekse god Zeus. Volgens de Romeinen woonde Zeus in de grote tempel op het Capitalium in Rome. Romeinen bouwden tempels voor alle goden en geloofden dat de goden daar echt in leefden. Ze mochten vaak zelf niet in de tempel.
Jupiter was de god van de donder, de bliksem en de Romeinse staat en van alle mensen. Bij belangrijke (politieke) beslissingen ging men eerst naar de tempel van Jupiter om raad te vragen.
Jupiter is een zoon van Saturnus ( Chronos ) en Rhea, de vrouw van Saturnus. Al de kinderen die Rhea gebaard had moesten in zee geworpen worden, weg ermee, want Saturnus wist dat een van zijn zoons de macht zou overnemen. Rhea moest aan Saturnus de zak laten zien, waar de kinderen in zaten, die in zee moest worden geworpen. Dat ze dus inderdaad voor zijn ogen de oceaan in vielen. Rhea deed van alles om de kinderen te redden, en Jupiter werd gered. Zij had stenen in de zak gedaan, dus in plaats van Jupiter is er een zak met stenen in de oceaan gegooid.
Jupiter werd opgevoed in een grot. Daar kon hij zijn macht ontwikkelen, zijn macht uitdenken. Jupiter was namelijk al een god die bij zijn geboorte, de macht zelve was. Dat zat in hem.
Uiteindelijk had hij inderdaad de macht van Saturnus overgenomen.
Jupiter trouwt met Hera. Jupiter deed het nooit goed in haar ogen. Hij moest altijd bij haar in de buurt blijven, onder controle blijven van haar, want ze vermoedde heus wel dat hij zeer ontrouw was. Hij was de meest ontrouwe van alle goden.
Hera, de vrouw van Jupiter, heeft nogal wat dingen verzonnen om Jupiter te verpesten en dwars te zitten. Van haar moest al het nageslacht vernietigd worden. Allerlei obstakels verzon Jupiter, zodat Hera maar zelden een kind kon bemachtigen!
Jupiter was listig en slim. De kinderen van Jupiter die geboren werden, werden tot de godenstand verheven.
Jupiter zijn attributen zijn: bliksemschicht, baard en gelauwerde haarkrans,
vaak vergezeld van een (leeuwen) mantel.